MWI wordt het Nationaal Influenza Centrum

Influenza is nog steeds een wereldwijde ziektelast die 5-15% van de bevolking over de hele wereld treft. Het gaat dan vooral om personen in de hoge risicogroepen (zeer jonge kinderen, ouderen en mensen met onderliggende medische aandoeningen).

Het Medisch Wetenschappelijk Instituut (MWI) voert sinds 2009 laboratoriumtesten uit voor het Nationaal Influenza Programma. Op 23 september 2015 heeft het Ministerie van Volksgezondheid het MWI aangewezen als het Nationaal Influenza Centrum (NIC) voor Suriname, met Prof. Dr. Malti R. Adhin als coördinator. Het MWI zal als Nationaal Influenza Centrum een schakel zijn tussen de WHO en het land van herkomst bij alle vragen over virologische en epidemiologische surveillance van Influenza en andere respiratoire virussen.

De Influenza surveillance in Suriname bestaat uit bewaking van ernstige acute respiratoire virussen (SARI) en zal in 2016 ook de bewaking van influenza-achtige (ILI) ziektebeelden bevatten. De SARI sentinel sites zijn: het ’s Lands Hospitaal (LH), het Lachmipersad Mungra Streekziekenhuis Nickerie (LMSZN) en de intensive care van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP-ICU). De ILI sentinel sites zullen zijn: de polikliniek van drs. A. Voigt te Paramaribo en de regionale gezondheidscentra in de districten Commewijne en Wanica (Lelydorp). Het MWI zal als NIC klinische monsters blijven testen voor de nationale surveillance van acute respiratoire virussen en zal ook monsters testen in het kader van de surveillance van influenza achtige ziektebeelden.

Naast het opsporen en subtyperen van Influenza virussen voor alle surveillance monsters zal het MWI ook moleculaire testen implementeren voor zes andere respiratoire virussen: Para-influenza 1, 2 en 3, het humaan metapneumovirus, het respiratoir syncytieel virus en het adenovirus. Regelmatige analyse en rapportage via de web-based online systemen van de WHO (WHO FluNet en WHOFluID), zal influenza specialisten wereldwijd continu voorzien van informatie over de activiteit van influenza en influenza achtige ziektebeelden in Suriname en zal ook tijdige reacties op uitbraken of circulatie van ongebruikelijke virussen mogelijk maken.

Een derde functie van het NIC is virus isolatie van lokaal verzamelde klinische monsters. Deze techniek, die nieuw is voor Suriname, zal worden opgezet in samenwerking met het Center of Disease Control (CDC). In de toekomst zullen geïsoleerde virus monsters worden verzonden naar het CDC. De tijdige verstrekking van influenzavirus isolaten biedt het Global Influenza Surveillance Netwerk van de WHO de optie om isolaten die in Suriname circuleren ook op te nemen in de influenzavirus samenstelling van het influenza vaccin voor het komende griepseizoen.
Het MWI zal als NIC Suriname op die manier bijdragen aan de verbetering van nationale en wereldwijde influenza preventie- en bestrijdingsmaatregelen.

De Australische rechter dwingt fabrikant Reckitt Benckiser om een deel van zijn Nurofen-doosjes uit de schappen te halen

De pijnstiller was voor verschillende soorten pijn in de markt gezet, terwijl de verschillende doosjes dezelfde werkzame stof en dosis bevatten. Dat is misleidend voor de consument vond de rechter, die 14 december uitspraak deed in deze zaak. De rechtszaak was aangespannen door de Australische Competition and Consumer Commission, de toezicht-houder op de markt. ‘Consumenten kopen deze producten omdat ze denken dat ze een bepaalde pijn behandelen, terwijl dat niet het geval is’, aldus voorzitter Rod Sims tegen The Guardian.

De verpakkingen met Nurofen rugpijn, Nurofen menstruatiepijn, Nurofen spannings-hoofdpijn en Nurofen migraine moeten binnen drie maanden uit de schappen gehaald worden. De fabrikant had in de rechtszaak toegegeven dat de doosjes dezelfde pillen bevatten, ook al stonden er verschillende pijnsoorten op de buitenkant. Wat wel verschilde was de prijs, want de Nurofen voor specifieke vormen van pijn kost bijna twee keer zoveel als de standaard-Nurofen met gewoon ibuprofen. Dat is misleidend, vindt de rechter.

In Suriname is Nurofen ook op de markt (bijvoorbeeld te koop bij DIO). Beide producten bevatten 400 g ibuprofen en ze hebben dezelfde hulpstoffen. Ze zijn ook wat duurder dan de standaardverpakking.

Roken belangrijke risicofactor voor reumatoïde artritis

icon2Verschillende risicofactoren spelen een rol bij het ontstaan van reumatoïde artritis (RA), waaronder genetische factoren, eetgewoonten, maar met name roken. De exacte oorzaak is echter nog onbekend. Door de ziekte in een vroeg stadium te ontdekken, zou het effectiever bestreden kunnen worden. Dit stelt hoogleraar reumatologie Dirkjan van Schaardenburg in zijn oratie op 26 november. De manier waarop roken invloed heeft op reumatoïde artritis is niet exact bekend. Van Schaardenburg: ‘Wel bekend is dat het voor een derde van de gevallen verantwoordelijk is en dat het schade veroorzaakt op drie niveaus: het zorgt voor een hogere incidentie, een ernstiger beloop en verslechtert ook nog de reactie op medicatie.’ Er zijn aanwijzingen dat RA pas zo’n vierhonderd jaar voorkomt in Europa, ongeveer even lang als dat er hier tabak gebruikt wordt. Daarbij is het opvallend dat, wanneer we terugkijken op de afgelopen eeuw, het voorkomen en de ernst van RA parallel lijkt te lopen met de stijging en later weer daling van de sigarettenconsumptie. De genetische bijdrage wordt geschat op zo’n 16 procent. De sterkste genetische risicofactor voor RA wordt aangeduid als HLA-SE en komt bij ongeveer 35 procent van de Europeanen voor. Uit onderzoek is gebleken dat bij de aanwezigheid van dit gen, het effect van roken toeneemt.

Volgens van Schaardenburg wordt RA door de factoren genen en tabaksgebruik nog slechts voor de helft verklaard en is het aannemelijk dat voeding voor een groot gedeelte van die andere helft verantwoordelijk is. Hij wijst op verschillende onderzoeken waaruit is gebleken dat een dieet met een laag percentage verzadigde vetten, dierlijke eiwitten en suiker, dus een vooral plantaardig dieet, een indrukwekkende invloed kan hebben op het ontstaan en beloop van diverse moderne chronische ziekten, waaronder RA. Op dit gebied is volgens de hoogleraar dus nog een hoop winst te behalen. ‘De meeste mensen hebben nog dramatisch ongunstige eetgewoonten. De keuze voor voeding wordt te weinig als reële ondersteunende optie gegeven om RA tegen te gaan. Artsen zouden daar veel meer het voortouw in kunnen nemen door middel van voedingsadviezen, maar ook door het geven van het goede voorbeeld’.
Op dit moment wordt er onderzoek gedaan naar de vroege herkenning en behandeling van RA-patiënten. Vroege behandeling van RA leidt tot een betere prognose en het zou dus gunstig zijn om patiënten nog op te sporen voordat de patiënten gewrichtsontstekingen krijgen. Dit is mogelijk door te screenen op reumafactor (RF) of anti-gecitrullineerd-eiwit-antilichamen (ACPA), die voorkomen bij ruim de helft respectievelijk driekwart van de reumapatiënten. Voor screening op grote schaal is de test nog niet geschikt. ‘Bevolkingsonderzoek leidt tot hoge kosten en nogal wat onjuiste voorspellingen, waardoor de test momenteel alleen nog wordt gebruikt bij personen met een verhoogd risico’, zegt Van Schaardenburg. Onderzoekers van Reade en het AMC zijn bezig om aan de hand van praktijkregistraties van huisartsenpraktijken te kijken bij welke klachtencombinaties de patiënten uiteindelijk de diagnose RA krijgen en voor wie het dus zinvol is om te screenen. Ook wordt er geprobeerd om de ziekte te voorkomen door invloed uit te oefenen op het immuunsysteem. Dit heet het opwekken van tolerantie en is nog niet gelukt. Toch is Van Schaardenburg positief over het toekomstperspectief: ‘Met een mix van leefstijlwijziging, opwekken van tolerantie en slimme medicatieschema’s verwacht ik dat we de komende jaren weer belangrijke stappen zullen kunnen zetten op weg naar uiteindelijk het einde van reumatoïde artritis.’

© KNMG

Medisch Wetenschappelijk Instituut speelt in op Chikungunya

Aedes_aegypti_biting_humanIn het kader van de recente opmars van het Chikungunya virus (CHIKV) in de regio heeft het Medisch Wetenschappelijk Instituut geantici-peerd op de noodzaak voor Suriname voor be-trouwbare testmogelijkheden, zodat een even-tuele uitbraak zo snel mogelijk kan worden gedetecteerd.

Het Chikungunya virus is een RNA virus, dat kan worden overgebracht door de muskieten Aedes aegypti en Aedes albopictus, die ook in Suriname voorkomen en tevens verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van Dengue. De symptomen zijn: plotseling opkomende koorts en ernstige gewrichts-pijnen. Andere veel voorkomende symptomen zijn hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid, duizeligheid en uitslag. De meeste patiënten herstellen binnen een week maar in sommige gevallen kunnen de gewrichtspijnen maanden en soms zelfs jaren persisteren. Momenteel bestaat nog geen medicatie of vaccine om Chikungunya te voorkomen. De ziekte werd reeds in 1952 beschreven in Tanzania en uitbraken komen voor in Afrika en Azië. De eerste rapportage vanuit Europa dateert van 2007 en op 6 december 2013 is het virus ook in de Amerika’s opgedoken. Sindsdien zijn gevallen gerapporteerd vanuit verschillende Caraïbische eilanden en recent ook vanuit Frans Guyana en nu ook in buurland Guyana.

In samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Nederland is in het MWI op initiatief van en onder verantwoordelijkheid van prof. dr. Malti R. Adhin de Reverse Transcriptase Real Time PCR (RT-PCR) assay opgezet voor Chikungunya detectie. De validatie van de test is geschied op een panel afkomstig van het RIVM met onbekende monsters. De overeenkomst met het RIVM voor de panel resultaten was 100%, waarbij bovendien qua sensitiviteit geldt dat het MWI tot dezelfde verdunning als het RIVM, CHIKV-RNA kan aantonen. Deze kwantitatieve test is vanaf 23 mei 2014 beschikbaar en hiermee zijn wij in staat om al vanaf de eerste ziektedag het Chikungunya virus in klinisch materiaal aan te tonen. Deze test biedt het Ministerie van Volksgezondheid de mogelijkheid om in Suriname zelf te kunnen testen bij te organiseren surveillance activiteiten en snelle diagnose zou cruciaal kunnen blijken bij een eventuele uitbraak en bij besluitvorming voor maatregelen ter voorkoming van verspreiding. Met de introductie van deze test geeft het MWI verder invulling aan haar wetenschappelijke en dienstverlenende rol in de gemeenschap en in het bijzonder voor het gezondheids-zorgsysteem in Suriname.

Na de eerste twee import gevallen in Suriname (7 juni en 19 juni) is het Chikungunya virus inmiddels ook gedetecteerd in personen zonder reisgeschiedenis.

Het Centraal Laboratorium heeft  per 26 juni het test algorithme aangepast, waarbij alleen materiaal wordt getest van gehospitaliseerde suspecte Chikungunya gevallen. Vanaf 23 september wordt voor het Centraal Laboratorium de diagnostiek uitgevoerd voor patienten met een onset van vijf dagen of minder.

Het Medisch Wetenschappelijk Instituut is in samenwerking met de PAHO op 6  augustus gestart met een dagelijkse CHIKV surveillance bij een particuliere huisartsenpraktijk in Paramaribo, een RGD kliniek in Commewijne en des zondags bij de Spoedeisende Hulp (AZP), teneinde inzicht te verkrijgen in Chikungunya trends in Suriname.

Forensische DNA-testen nu mogelijk in Suriname


Het forensisch DNA laboratorium in het Medisch Wetenschappelijk Instituut kan sinds kort forensische DNA-testen uitvoeren. Hiermee heeft de Surinaamse justitie de beschikking gekregen over een uiterst sterk middel voor bewijsvoering. Bij de lancering van het laboratorium, vorige maand, hebben verschillende sprekers hun hoge verwachtingen uitgesproken over de resultaten van uit te voeren onderzoekingen, zegt de voorlichting van Justitie en Politie. Procureur-generaal Subhaas Punwasi gaf aan dat met de ingebruikname van het Forensisch DNA Laboratorium een hoger oplossingspercentage van strafzaken te verwachten is. Nico de Bel, directeur van het MWI ziet de ingebruikname van het laboratorium als een mijlpaal voor de Surinaamse rechtsgang. Minister Edward Belfort was uiterst ingenomen met een eigen forensisch DNA laboratorium en hij feliciteerde het MWI en in het bijzonder Malti Adhin, hoofd van het forensisch DNA lab, met de behaalde mijlpaal. Hij sprak ook zijn erkentelijkheid uit aan het adres van de Nederlandse zaakgelastigde en de Amerikaanse ambassadeur voor hun financiële ondersteuning.

Harde bewijzen leveren
Het volledig proces van de categorisatie van de sporen, het isoleren van DNA, het kwantificeren en vermenigvuldigen van het DNA (met de Polymerase Chain Reaction PCR-technologie) en uiteindelijk de DNA profilering/analyse wordt nu uitgevoerd in Suriname. In eerste instantie zal worden gewerkt met de biologische sporen bloed, speeksel, sperma en haar. De vergelijking van DNA profielen van sporen met mogelijke verdachten kan nu harde bewijzen leveren in moordzaken, zedendelicten en zelfs ook bij inbraken. DNA bewijs kan niet alleen worden ingezet als bewijs ter veroordeling van de schuldigen maar ook als bewijs voor het vrijpleiten van onschuldigen. In 2009 werd de werkgroep Surinaams Forensisch Instituut (SFI) onder leiding van advocaat-generaal Roy Baidjnath Panday geïnstalleerd om de voorbereidende werkzaamheden te verrichten voor de totstandkoming van het Instituut. De taak van het SFI is om de forensisch onder-zoeksgebieden in Suriname te professionaliseren en uit te breiden. Hiertoe behoren onder meer de gebieden pathologie, chemie en ballistisch onderzoek en daarnaast de introductie van forensisch DNA, geeft Justitie en Politie aan.

Geavanceerde technologie
DNA testing is een geavanceerde technologie, die niet alleen high tech equipment, gescheiden en nauwkeurig gecontroleerde laboratorium faciliteiten vereist, maar tevens zeer specialistische expertise. Het ministerie van Justitie en Politie heeft in 2010 een overeenkomst gesloten met het Medisch Wetenschappelijk Instituut om dit proces op te zetten en met het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) is een contract getekend om de nodige assistentie te verlenen. In oktober 2011 werd in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut een validatietraject ingezet. Het MWI heeft alle drie fasen van het validatieproces succesvol afgesloten op 12 september 2012. In het laatste kwartaal van 2012 zijn er verdiepingstrainingen verzorgd voor de Forensische Sporen-zoekers van het KPS.

Het MWI heeft een onafhankelijke positie, goede laboratoriumfaciliteiten en weten-schappelijke ervaring. In het moleculair laboratorium van het MWI werden reeds DNA-onderzoeken voor de gezondheidszorg gedaan.

Medisch Wetenschappelijk Instituut Suriname gaat strijd aan tegen baarmoederhalskanker

Het Medisch Wetenschappelijk Instituut (MWI) heeft haar dienstverlening uitgebreid met de detectie en typering van het Humaan Papilloma Virus. Dit virus is een belangrijke factor bij baarmoederhalskanker. Nico B. de Bel, de nieuwe directeur van het MWI, laat dat weten. MWI-directeur Nico de Bel geeft aan dat ”Diagnostiek en epidemiologische data van infectieziekten meestal ontbreken in Suriname. Binnen het MWI is de afdeling Biochemie, waar het moleculair laboratorium een onderdeel van is, verantwoordelijk voor het detecteren (opsporen) en identificeren van niet detecteerbare ziekteverwekkers in Suriname zoals het Dengue virus. Binnen het MWI is de afdeling Biochemie, onder verantwoordelijkheid van prof. dr. Malti R. Adhin, verantwoordelijk voor het ontwikkelen en inzetten van testen in Suriname. De afdeling van prof. dr. Malti R. Adhin heeft het moleculaire HPV detectie & typering testsysteem opgezet met ondersteuning van het ministerie van Volksgezondheid en de UNFPA. De afdeling kan niet alleen de hoge risicotypes detecteren, maar ook de veelvuldige lage risicotypes. De directeur vervolgt met te stellen dat “De strijd tegen baarmoederhalskanker ook moet worden gevoerd in Suriname; wereldwijd overlijden er jaarlijks bijna 300.000 vrouwen, waarvan het merendeel in ontwikkelingslanden. Een vroege detectie is van groot belang voor een succesvolle behandeling, omdat de ontwikkeling van de kanker ongeveer 10 tot 15 jaar kan duren. Introductie van deze diagnostiek resulteert in het tijdig inzetten van de behandeling, met als gevolg een verlaging van de kankerincidentie en het terugdringen van overlijden door baarmoederhalskanker.”

Het Medisch Wetenschappelijk Instituut is ook gestart met wetenschappelijk onderzoek van het aantal gevallen van HPV in baarmoederhalskanker in Suriname. Dit onderzoek zal niet alleen inzicht verschaffen, maar zal tevens worden gebruikt om informatie te kunnen krijgen voor een bewust vaccinatieprogramma. Tot slot geeft Nico de Bel nog aan. “Met de introductie van deze testmogelijkheid in Suriname levert het MWI in samenwerking met de Faculteit der Medische Wetenschappen wederom een directe bijdrage aan het verbeteren van de gezondheidszorg. Het doen van toegepast onderzoek aan de universiteit is van belang voor de gemeenschap.”